Vanaf de zijlijn van de nascholing voor leraren OALT (onderwijs allochtone levende talen) aan een pabo, merkte ik in de beginjaren van deze eeuw, dat er in de reguliere opleiding grote problemen waren met de taalvaardigheid van eerstejaarsstudenten, vooral studenten met mbo als vooropleiding. In de pers verschenen toen al enkele jaren berichten over de slechte toerusting van studenten pabo, onder ongenuanceerde koppen als “Ze kunnen niet rekenen en ze kunnen niet spellen.”
Ik hoorde vakcollega’s spreken over ‘domme’ studenten. Ik kwam er al vrij snel achter, dat hun vooropleiding vooral schromelijk tekortschoot, wat natuurlijk iets anders is.
Mede onder druk van de Tweede Kamer werd er in 2005 plotseling, zonder voorlichting aan (aankomende) studenten, een ’taaltoets’ gelanceerd. Dat gebeurde met de dreiging voor eerstejaarsstudenten van beĆ«indiging van de studie bij twee keer een onvoldoende resultaat. Hoezeer ik ook een controle op het niveau kon billijken, ik vond deze overval getuigen van bijzonder onzorgvuldig beleid. En hoewel ik op dat moment geen taak had in de reguliere opleiding, heb ik geregeld dat ik die toets zelf kon afleggen. Met de informatie over mijn ervaringen heb ik bij mijn managers aan de bel getrokken. Daarnaast heb ik daarover artikelen geschreven in dagbladen, wat mij overigens niet door iedereen in dank werd afgenomen. Dat trok ook weer de belangstelling van vakbladen. Uiteindelijk werd ik in een artikel in het Aob-blad (met de verantwoordelijke voor de ontwikkeling tegenover mij) in het gelijk gesteld ten aanzien van mijn kritiek op de inhoud van de toets. Daarmee waren overigens nog niet al mijn kritiekpunten opgelost.
Aan mijn directe manager, neerlandica, heb ik toen voorgesteld om extra lessen te verzorgen voor eerstejaarsstudenten. Zij zag ook duidelijk de problematiek en stemde daarmee in. Ik mocht daarna ook in een andere vestiging van het onderwijsconcern studenten helpen die kennelijk door collega’s gemakshalve het internetbos in waren gestuurd. Studenten konden die hulp zeer waarderen. Om een lang verhaal kort te maken: ook na mijn pensionering ben ik door mijn vroegere werkgever voor extra lessen ingeschakeld.
Overigens: ook bij studenten met havo als vooropleiding en soms ook bij vwo’ers viel er het nodige bij te spijkeren.
Ik kon veel waardering opbrengen voor studenten die ‘de taaltoets’ al gehaald hadden, maar toch de extra lessen volgden, omdat ze inzagen dat er ook ‘na de toets’ nog veel te leren viel.